Mijn groentetuintje......
Vol enthousiasme begon ik aan het uitzetten van mijn groentetuintje. Alles had ik in keurige rijtjes ingetekend. De eerste plantjes stonden klaar, schop en schoffel ook. Maar toen ik mijn lief riep met de vraag of hij even kon komen helpen, kwam niet de reactie waar ik op gehoopt had. In plaats van voor mij even het aangewezen stuk tuin om te spitten, vroeg hij of ik gek geworden was. Maar, zei hij, ik regel het voor je.
Twee dagen later kwam onze buurman langs. In zijn beste Italiaans ging mijn lief hem uitleggen dat ik bedacht had dat hij (mijn lief dus) “een stukje grond” ging omspitten. De buurman keek naar het stukje grond, wees naar de grond, keek naar mijn lief en keek toen naar mij. Langzaam zag ik tranen in zijn ogen komen en toen hij zich niet meer kon inhouden bulderde hij van het lachen.
Hij begreep mijn lief volledig en beloofde dat hij het zou regelen.
Weer twee dagen later kwam een enorme tractor de poort binnengereden.De wielen waren bijna zo groot als mijn lief. En achter deze enorme tractor, een echte Lamborghini gierde mijn lief, hing een aanhanger met daarop een landbouwmachine op rupsbanden. Oeps….. Een vriendelijke ruwe bolster stapte uit en ratelde dat buurman hem gebeld had omdat ik “een klein stukje land” omgezet moest hebben. Beducht op weer een nieuw lachsalvo wees ik achteloos naar het stuk grond dat ik in gedachten had. Helaas voor mij rolden ook bij deze ruwe bolster al snel de tranen van het lachen over zijn gezicht.
Ik geef het toe. Toen de machine aan het spitten was, besefte ik dat ik inderdaad wellicht een beetje optimistisch was toen ik dacht dit zelf te kunnen doen. Maar ach, zonder ambitie groeit er niets!
Drie dagen heeft het hele spektakel van omspitten, drogen en fijnmalen geduurd, maar toen konden de eerste plantjes de grond in. Mijn fiere plantjes, die ik al die tijd in leven had gehouden met een gietertje water, waren praktisch onzichtbaar in mijn tuintje. Geen nood! Ik wilde ook nog tomaten en paprika’s zetten, dus snel naar de “agri”.
Het is bijzonder hoe goed mijn lief in dat soort momenten spontaan de Italiaanse taal beheerst, het verhaal van het stukje grond kwam in prima Italiaans in geuren en kleuren voorbij. Tja we wonen in een dorp, en de “agri” is natuurlijk een soort van “trefpunt” voor plantenliefhebbers dus aan toehoorders geen gebrek.
Ik had een mooie selectie gemaakt van planten die ik in mijn tuintje wilde. De aanwezige heren bekeken uitgebreid wat ik uitgezocht had en gaven nog wat vriendelijke adviezen over welke soorten ik zeker ook moest nemen, en wat tips om mij als “stadsmeisje” een beetje op gang te helpen.
Toen de San Marzano tomaat aan de beurt kwam, vond mijn lief dat ik er te weinig van had genomen. Want wist hij nog, daar maakte je toch die lekker saus van? Hij nam dus een traytje met 20 plantjes en zette die bij mijn selectie. De aanwezige heren trokken hun wenkbrauwen op en één van de locals vroeg aan mijn lief hoe groot mijn groentetuintje nu precies is. Hierop antwoordde mijn lief vrolijk “een kleine 950 vierkante meter”. Toen ik wederom de tranen over verschillende wangen zag rollen, werd het mij langzaam duidelijk dat ook buurman en ruwe bolster inmiddels hun verhaal in de “agri” gedaan hadden…..
Inmiddels zijn we twee weken verder, en alles staat in de grond. Omdat het ongewoon heet is voor de tijd van het jaar, sta ik iedere dag om 6 uur water te geven…..aan alle tomaten, paprika’s, rode bieten, pepers, koolrabi’s, meloenen, pompoenen, courgettes, aubergines en noem maar op. Mocht er een hongersnood uitbreken, in ons dorp zal niemand verhongeren………
Onze droom....
Ongelooflijk, de eerste maand van ons grote avontuur is al voorbij. Omgevlogen. Gelukkig zijn mijn lief en ik nog steeds blij met onze keuze, en kijken we reikhalzend uit naar wat komen gaat. Onze droom begon zo’n 9 jaar geleden, tijdens onze eerste grote Italië reis. We werden wakker in een olijfgaard, keken elkaar in de ogen en wisten; dit is wat wij willen.
7 jaren gingen voorbij zoals die eigenlijk voor iedereen voorbijgaan. Met heel veel dingen die moeten, en heel veel redenen waarom wij onze droom niet zouden laten uitkomen. Totdat, net zoals voor iedereen, in maart 2020 de wereld opeens stilstond. Letterlijk daags nadat wij zakelijk een nieuwe weg waren ingeslagen, konden al die dromen in de kast en daar gewoon 2 jaar blijven verstoffen. Met een feilloos gevoel voor timing kreeg mijn lief in diezelfde periode ook nog kanker. En midden in deze ellendige periode riep hij plots vrolijk; “ik heb een huis in Italië gevonden”.
Bleken die uren aan het chemo-infuus toch nog aardig ingevuld. Sterker, deze zoektocht naar huizen heeft hem lekker beziggehouden en gaf hem iets om naar uit te kijken.
De Italiaanse manier van huizen verkopen verschilt van de Nederlandse. Waar bijvoorbeeld in Nederland alleen "locatie-locatie-locatie" telt, is in Italië het adres van het onroerend goed een groot geheim dat zeker niet zomaar prijsgegeven wordt. Ideaal voor een doodzieke man met tijd, laptop, Google en een droom. Toen mijn lief dus voldoende op de been was om voorzichtig een toertje naar Italië te maken, gingen wij gewapend met een 15-tal adressen op pad.
Het eerste huis was prachtig, de locatie ook, maar die 5 minuten van het dorp waren alleen te realiseren met een helikopter, en die hebben we niet. Het tweede huis was ook prachtig maar de vermelding ‘kleine renovatiewerkzaamheden’ was een eufemisme voor ‘het dak is volledig ingestort’. Toen onze lijst was afgewerkt, hadden we veel gezien en geleerd, maar geen geschikt huis gevonden.
We waren in de buurt en we hadden nog wat tijd over, dus toen onze vriendin S vroeg of we even mee konden gaan kijken naar een appartementje voor haar, hebben we dat meteen gedaan. We zaten helemaal in de huizenjacht modus en 3 paar ogen zien meer dan 1. Het appartementje bleek eigenlijk ongeschikt voor S. Zij wilde huren, de eigenaar alleen verkopen, en dan ook nog alleen het gehele pand, met tuin en bijgebouw. Zelf was ik vooral begaan met onze vriendin, die nu toch echt dringend een nieuwe woonst moest hebben.
3 maanden later kwam opeens het fijne bericht dat S eindelijk een nieuwe woning had, waar ze helemaal blij mee was. En op dat moment verzuchtte mijn lief; ik ga snel even iets nakijken. De grijns op zijn gezicht sprak boekdelen. “Weet je nog, het huis op de berg, waar we met S zijn gaan kijken? Het staat nog steeds te koop, en eerlijk gezegd is dit het huis waar ik op heb gewacht.”
Ik was best verbaasd want ik had hem hier al die tijd niet over gehoord. Een bewuste keuze bleek achteraf, want hij wilde dat eerst onze vriendin gesetteld was. En, zei hij zelfverzekerd: “ik heb er een roze deken over gelegd.”
De juridische kluwen is nog lang niet uit de knoop, maar inmiddels is het nu dus al een maand ons thuis.
De eerste ochtend wakker worden was surrealistisch. Het uitzicht was er echt, iedere kraak, voeg, barst en scheur ook. Ieder authentiek element, iedere grasspriet, alles. De stilte was oorverdovend. Letterlijk. Onvoorstelbaar hoe stil het was en nog steeds is. Het was de eerste dagen zo ongewoon stil, dat we de batterij uit de keukenklok hebben gehaald. Het leek wel een dikke trom zo hard! Een tweede bizarre ervaring bleek dat nacht echt donker is. Zwart!
Langzaam zijn we begonnen met inrichten. Langzaam, want onze bank paste niet naar binnen, de lamp heeft de verhuizing niet overleefd, de kasten moesten plankje voor plankje naar boven en ga zo maar door. Onze grasmaaier kreeg de slappe lach toen hij de tuin zag. Een kabel met een lengte die voor de Belgische tuin prima werkbaar is, blijkt hier lang genoeg om ongeveer een vijftiende van de tuin te maaien. De extra grote opvangbak was eveneens voor de Belgische tuin prima werkbaar, maar hier toch net niet helemaal.
Inmiddels is wifi geïnstalleerd, want in een oud huis met echt ouderwets dikke geïsoleerde muren komt geen enkele -g- binnen. We hebben we een nieuwe grasmaaier aangeschaft voor rond het huis, en een tuinman voor de rest. Een kleine 200 lampjes op zonne-energie zouden de tuin een heel klein beetje moeten verlichten zonder dat ik een paar kilometer kabel moet leggen.
In ieder geval zal de weg naar mijn groente- en kruidentuin zichtbaar zijn, want die is nu aan de beurt. In mijn beste Italiaans heb ik de lokale plantenman niet kunnen uitleggen wat bonenkruid is, en ook radijsjes en pastinaak heb ik niet in zijn assortiment teruggevonden. Geen probleem, komt goed. We reizen vaak genoeg af en aan naar het noorden om dit soort crises meteen te bezweren. Dus naast pindarotsjes en drop hebben we nu ook bonenkruid, pastinaak, Spaanse peper en bladselderij bij ons.
En met nog een kleine 300 kilometer te gaan, kan ik nu alleen maar zeggen dat ik blij ben als ik weer terug op mijn berg ben. Want zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens (nou ja, figuurlijk dan toch).
Achtbaan
Dinsdagochtend, 25 augustus 2020. Schat, moet je zien, ik heb een gigantische……Minder dan 48 later was de diagnose gesteld en lag mijn lief op de operatietafel. Kanker. De scans waren gemaakt maar nog vòòr de uitslag ging het mes er al in. Een aantal dagen later volgde het verdict. De tumor is weg, maar er zijn uitzaaiingen die met chemo behandeld moeten worden.
De arts voorspelde ons dat wij in een achtbaan terecht zouden komen voor een rit die minstens een jaar zou gaan duren. Hij had niet overdreven.
40 zakken chemo (natte, C en E voor de liefhebber), werden verspreid over 4 weken in mijn lief zijn lichaam gejaagd. Ik bracht hem iedere keer relatief fit naar het ziekenhuis, om een week later een wrak te mogen ophalen. Tussentijds geen bezoek, want om alle hoog risico patiënten te beschermen was bezoek niet toegestaan. Ook thuis was bezoek of ondersteuning nihil, want ook hier was het besmettingsrisico te hoog.
Vanzelfsprekend waren wij, net als iedereen, volledig op de hoogte van alle neveneffecten die dit hele traject met zich mee zou brengen. Niet dus! Ja, iedereen weet dat als gevolg van "chemo" haren uitvallen en dat huid overgevoelig kan worden. Maar al die andere bijwerkingen, kwalen en problemen, nee daar waren wij niet op voorbereid. Waar we ook niet op waren voorbereid waren de inzichten en ontdekkingen die wij in dit jaar gedaan hebben, over onszelf, over de mensen om ons heen, over onze omgeving. Verhelderend, verrassend en verrassend verhelderend. In dit jaar stonden onze getuigen níet alleen toe te kijken. In dit jaar bleek een slager een geruststellende gesprekspartner, een kapper bleek een medestander, een vage bekende bleek een bron kennis en informatie, een vrachtwagen bleek een taxi en heel wat verwachtingen bleken te hoog. Zelf bleek ik veel meer te kunnen dan ik voor mogelijk had gehouden en bleek ondanks alle uitdagingen ons team sterker dan ooit.
Mijn lief werd goed begeleid door een team van specialisten en van de diëtiste had ik de opdracht gekregen mijn lief zoveel mogelijk calorieën te laten eten. Mijn gedachte dat hij goed en gezond moest eten, juist nu, was correct, maar bleek erg optimistisch. Een lichaam dat moet opboksen tegen die 40 zakken chemo maalt niet meer om de schijf van vijf, maar heeft brandstof nodig. Ongeacht in welke vorm. Klinkt simpel en aanlokkelijk, maar met een volledig veranderd smaakpatroon gecombineerd met toch een aardige lijst van producten die sterk afgeraden werden, was dit een uitdaging.
Aangezien er verder niets te doen was (mijn bedrijf lag net als de rest van de wereld al maanden stil), had ik na alle verzorging en verpleging tijd genoeg om te koken. En dat heb ik dan ook gedaan. Met plezier, met liefde en met volle overgave. Zoeken naar een “mayonaise” zonder rauw ei, zonder mosterd maar met smaak was een klusje. Maar het is gelukt. En met een 0.0% cava in een gezellig glas kun je prima proosten. Een gezellige “zaterdagavond-voordebuis-snoepschotel”, zonder rauwe of gerookte producten, zonder krokante structuren en zonder pittige smaakmakers…..lastig, maar niet onmogelijk.
Het ging ons zo goed af dat mijn lief alweer een record gebroken heeft. Hij was de enige patiënt van diezelfde diëtiste die tijdens een periode van actieve chemo 5 kilo aangekomen is. Helaas ik ook. Inmiddels is het jaar bijna voorbij, zijn de chemo’s (voorlopig) achter de rug, en is de lange weg naar herstel ingezet. Dit betekent opnieuw leren vingers gebruiken, opnieuw leren stappen, opnieuw mondgevoel krijgen. In de revalidatiekliniek spelen met spelletjes voor kindjes vanaf 18 maanden.
Maar het betekent ook een bos krullen, koffie en cola en een wijntje met een toastje gerookte zalm. Die 5 kilo moeten (bij mij) er nog af, maar ach, als dat de prijs is, dan betaal ik die met liefde.
Pasen, samen, voor elkaar, op afstand
Of je nu katholiek bent of niet, gelovig of niet, veel tijd hebt of niet, werken moet of niet, in je kot moet blijven of niet, met Pasen wil iedereen wel iets lekkers eten. Daarom een receptje. Het is niet erg moeilijk, maar kost wel een beetje tijd. En omdat de helft van onze samenleving nu toch tijd over heeft, is tijd nu een keer niet een schaars goed.
Je kunt dit recept "in zijn geheel" maken, dat is vooral handig voor grote gezinnen. Maar ben je met wat minder personen, dan kun je dit recept ook heel eenvoudig verdelen. Op die manier kun je die andere helft van onze samenleving, die wat minder tijd heeft, trakteren op een heerlijk paasetentje op afstand.
Wat heb je allemaal nodig;
1 lamsbout (helemaal of in 2 of meer stukken gesneden roep hierbij indien nodig de hulp van je slager in)
Verschillende soorten stevige groenten (bijvoorbeeld wortels, venkel, pastinaak, knolselderij, meiknol)
Een paar sjalotjes of zilveruitjes (niet die uit een potje!) en een paar tenen knoflook Honing, tijm (liefst verse anders gedroogd), olijfolie, peper en zout
Verder heb je nodig; Evenveel ovenschalen of BBQ schalen als stukken vlees en een oven of een BBQ Zilverfolie Een vleesthermometer (als je deze hebt).
Wat moet je doen;
Neem het vlees uit de koelkast. Zet de oven aan (voorverwarmen op 150') of steek de BBQ aan (een gasbbq heeft natuurlijk niet zoveel tijd nodig als een als een houtskool exemplaar).
Maak een papje van de honing, tijm olijfolie, peper en zout. Wees hier niet te zuinig mee! Smeer het vlees in met de helft van dit papje en laat staan (het vlees komt nu op kamertemperatuur en kan zich alvast tegoed doen aan alle smaken).
Maak nu de groenten schoon, en snijd deze in grove stukken (geen hapklare brokken, echt stevige stukken), en verdeel de groenten over de ovenschalen. Gooi in iedere schaal tenminste 2 tenen knoflook (mag met velletje) en een paar sjalotten of zilveruitjes (zonder velletje). Giet een scheutje olijfolie over de groenten, kruid met peper, zout en tijm en meng het geheel (gewoon met je handen, dan verdeel je ook de olie goed).
Leg op iedere schaal, op de groenten, een stuk lamsbout en steek er de thermometer in. Als je meerdere stukken vlees hebt van ongeveer gelijke omvang, dan zullen deze ook ongeveer gelijktijdig klaar zijn, als je meerdere stukken vlees achter elkaar maakt, kun je de thermometer "oversteken". De schaal mag nu in de BBQ of oven gezet worden, en let erop dat de temperatuur niet te hoog is, want dan is je buitenkant keihard en de binnenkant nog rauw, niet zo lekker.....
Na ongeveer 20 minuten kun je het vlees nog eens insmeren met wat van het papje. Dit mag je ongeveer iedere 10 minuten doen, dan kun je ook mooi de garing in de gaten houden. De vleesthermometer geeft aan wanneer de kerntemperatuur goed is. Als je geen thermometer hebt, gebruik dan de muis van je hand als "hulpje". Duw met een vinger op het vlees, duw daarna met je vinger op de de muis van je hand, met duim en wijsvinger op elkaar (in de "OK stand"). Heeft dit dezelfde veerkracht, dan is je vlees mooi rosé.
Als het vlees mooi rozé vanbinnen is, haal je de schaal uit de oven/BBQ. Leg het stuk vlees dat je zelf gaat opeten op een snijplank en dek het af met een paar laagjes zilverpapier. Het vlees mag zo een klein half uurtje rusten. Dit komt de smaak ten goede!
De schaal of schalen die niet voor jezelf zijn, dek je voorzichtig af met zilverpapier. Draai er nu een (schoon!) badlaken omheen, en breng deze schaal naar jouw medemuzikant, zorgende vriend, eenzaam familielid of gewoon iemand die blij wordt van een lekkere maaltijd. Misschien is het handig van te voren af te spreken waar je de schaal neerzet.
Tegen de tijd dat je terug thuis bent, is jouw vlees voldoende gerust, en kun je dit in mooie plakken snijden en met de groenten serveren. Heerlijk met een eenvoudige couscous salade of gewoon een stuk brood.
Als je nu toch nog vlees overhoudt, bewaar dit dan. De overgebleven groenten kun je met behulp van een staafmixer tot een goddelijk saus mixen. Morgen dit alles even opwarmen en serveren met wat pasta. Of maak er wat yoghurtsaus bij en eet alles koud.
De ontvanger van jouw Paasgedachte kan ook meteen het vlees snijden en met de groenten serveren. Lukt dit niet omdat de ontvanger nog aan werk is, dan kan hij/zij bij thuiskomst eerst de schaal in de oven zetten (50 graden niet warmer, wel het badlaken verwijderen aub), op het gemak "thuiskomen", douchen, ontspannen, de tafel dekken en misschien een glas wijn inschenken. Tegen die tijd zal een heerlijke geur uit de oven komen en kan ook daar gesmuld worden.
Voor iedereen een Zalige, plezierige, rustige, liefdevolle maar vooral gezonde Paasdagen.
Heel bijzonder
Volgens mij heb ik al vaker georakeld over het lezen van etiketten op producten en het logisch nadenken bij het kopen van eten, maar toch blijf ik mij keer op keer verbazen als ik in de winkel kom. Ondanks dat ik een fijne groentetuin heb, en kippetjes die mij van eieren voorzien, moet ik toch ook iedere week naar de supermarkt om allerlei dingetjes te halen die wij tegenwoordig allemaal nodig hebben.
Gisteren overkwam het mij dus weer. Ik ging, gewapend met boodschappenbriefje en leesbril, naar de supermarkt. Boodschappenbriefje om niet uiteindelijk thuis te komen met een hele kar vol maar niet met dat ene dingetje waar ik voor ging, en de leesbril om de onmogelijk kleine lettertjes op de etiketten te lezen.
In iedere supermarkt wordt je verplicht om van achter naar voren te lopen. Wie het verzonnen heeft weet ik niet, maar de inrichter van de winkels heeft bedacht dat je eerst mooi kwetsbaar fruit en groente kiest, dit onderin de kar legt, en deze kar vervolgens volstapelt met allemaal zware en in dozen of potten verpakte producten, zodat je tomaten tegen de tijd dat je aan de kassa bent, zeker weten geplet zijn. Het vlees dat je meestal direct na de groenteafdeling vindt, rol je eerst door de hele supermarkt zodat het lekker op temperatuur komt. Fijn ook dat er een bordje bijhangt dat je op warme dagen het vlees koud moet houden. En ijs en andere diepvriesproducten komen meestal direct na het vlees. Wasmiddelen en zepen, geheel onkwetsbare producten, vind je als laatste, en mogen dus bovenop de rest.
Kortom, ik vertrek aan het einde, en wandel zo tegen de stroom in terug naar het begin, en ga dan naar de kassa. Een wekelijks avontuur waarbij ik nogal eens gierend van de lach tussen de rekken sta. Dit tot groot vermaak van de medewerkers die mij inmiddels kennen en regelmatig komen vragen wat de grap is, en dan vermaakt meelachen.
Deze week stond op mijn boodschappenlijstje; filterzakjes.
’s Morgens wil ik een straffe bak zwarte koffie, die mijn lief iedere ochtend zet, in zo’n ouderwets koffiezetapparaat. Met filterzakjes. Nu zou je denken dat een filterzakje toch iets is waar je de tekst op het doosje kunt overslaan. Want afgezien van nummer 4 of nummer 6 staat er weinig interessant op? FOUT! Er bestaan dus gebleekte en ongebleekte filterzakjes. En zowel in de gebleekte als in de ongebleekte variant kun je kiezen tussen filterzakjes mèt of filterzakjes zònder aroma gaatjes. Is iedereen nog bij de les? Ik wil graag een kopje koffie gezet met een ongebleekt filterzakje met aroma gaatjes…. Probeer dit eens hardop uit te spreken zonder in lachen uit te barsten. Maar even serieus, waarom zou iemand een gebleekt filterzakje willen?
Ook zo’n leuke; plantaardige margarine. Lees een keer het etiket, en bedenk dan welke planten dit dan wel mogen zijn… Ik ben niet heel terzake doende kundig maar vermoed dat menig bioloog de tanden erop stuk bijt.
Tijdens mijn supermarkt avontuur constateerde ik dat tussen alle bestaande zinnige en onzinnige keurmerken weer een nieuwe is bijgekomen. “Betere keuze”. Dit keurmerk moet ouders erop attent maken dat een appel een beter tussendoortje is dan een zak chips, haverkoeken gezonder zijn dan chocoladekoeken en dat fruityoghurt bestaande uit yoghurt met fruit beter is dan suiker opgelost in een minuscule hoeveelheid yoghurt, opgeleukt met kleurstof.
De echte absolute topper van deze week stond echter op de groenteafdeling. In de aanbieding nog wel. Een potje basilicum. Sorry, een potje Biologische Basilicum. Denk hier nu even over na. Biologische Basilicum. Dit betekent dus dat er iemand een zaadje uit een basilicum bloemetje heeft gedroogd, dit in een potje met aarde heeft gestopt, af en toe water heeft gegeven en gewacht heeft tot er een plantje uit gekomen is. Een basilicum plantje. Een Biologisch Basilicum plantje. Heel bijzonder
De tijd vliegt!
De afgelopen periode hebben heel wat mensen gevraagd waarom ik niets meer geschreven heb. Wat fijn om gemist te worden, ik voel me vereerd! Maar ook een klein beetje schuldig. Want de initiële bedoeling van deze blog was te proberen mijn recepten en kooksels voor mijn lief vast te leggen, zodat hij er nog een tweede keer van kan genieten…. Gelukkig is mijn lief op eetgebied niets tekort gekomen, en ben ik vandaag weer achter de computer gekropen om te herstarten.
Maar voordat ik begin nog even snel naar buiten. De poort van de serre is nog dicht…dit betekent dat onze lieve kipjes en loopeenden nog niet naar buiten kunnen. Even openen dus. Een dagelijks terugkerend ritueel wat iedere kans op ochtendhumeur meteen verpletterd, aangezien de dames en heer mij steevast begroeten met een vrolijk gekwetter om daarna achter mij aan te waggelen de tuin in. En omdat onze gevederde vriendinnen enorm verwend zijn, moet er ook wat lekkers mee. Want droogvoer, daar houden ze niet zo van. Vandaag was het peperkoek. Deze had ik gebakken omdat we afgelopen weekend met ons aller vriend uit Spanje op stap geweest zijn, en sommige smaken horen nu eenmaal bij bepaalde evenementen. Even voor de puristen zoals ik, gewoon een paar dagen met wattenstaafjes in de weer en geen flauwekul van andere kleuren alsjeblieft!
Ondanks dat het weer nog heerlijk licht en aangenaam is, staan alle wintergroenten al te roepen om aandacht. In de moestuin is het een prachtig kleurenpalet van verschillende koolsoorten, de een nog mooier en frisser dan de ander, en de stoofpannen staan op hun plank te glimmen klaar voor de start. Tja en daar begint mijn aloude dilemma weer. Wat gaan we koken vandaag? Wordt het een stoofschotel, een dikke soep of toch een stamppot? Pas op, verwar dit alles niet met slowcooking (dat is Engels voor langzaam koken), want dat is echt iets heel anders. Dat is een trend om eten op het gemak te laten garen op lagere temperatuur. Een ouderwetse stoofschotel daarentegen is een fijne (liefst gietijzeren) pot gevuld met zaligheden, die je uren lang op een zo laag mogelijk vlammetje (in vervlogen tijden op een petroleumstel, tegenwoordig op standje 1 van de inductieplaat) laat sudderen, pruttelen, garen en op smaak komen. Het meest geslaagd is die schotel die de keuken verwarmd, het huis vult met geur en magen doet knorren. Maar zoals gezegd pas op, dit is dus geen slowcooking! Want voor degene die het gemist had, slowcooking is iets nieuws. Iets hips, iets totaal anders, nooit eerder vertoond en alleen met de juiste apparatuur en heel veel oefenen te bereiken.
Op mijn studentenkamer had ik de luxe van een eigen fornuis, slechts 2 heel kleine, langzame elektrische pitten, van het type “pan met water op het vuur zetten, douchen, aankleden, boodschappen doen, thuiskomen en pasta in de pan doen want het water kookt”. Best wel langzaam dus.
En bij iedere maaltijd waar meer dan 2 pannen vereist waren, was inventiviteit geboden. Zo deed ik rijst in een pan met kokend water en stopte deze pan dan met het deksel erop in bed, of draaide het deksel op de grote pan onderste boven en zette de kleinere pan daar op om deze warm te houden. Ook gebruikte ik een kom met heet water om kleinere dingetjes op te warmen. En bij gebrek aan een kachel stond de fluitketel altijd gevuld met water op de radiator. Nieuw? Zelf bedacht? Nee hoor, in Italië wordt sinds mensenheugenis een pot met water en bonen in het vuur (van de kachel) gezet en uren later als de bonen gaar zijn, eruit gehaald. En iedereen heeft wel een keer op televisie gezien hoe een gat gegraven wordt waar een varken in as gegaard wordt, en het rieten stoommandje dat in het verre oosten gebruik wordt, is ook niet bijster gecharmeerd van snelle hoge temperaturen.
Allemaal langzaam dus. Maar let wel, geen slow cooking.
Ben ik dan niet blij met deze trend? Natuurlijk wel! Wangetjes, nek, hammetjes, vang (ook wel broekstuk), het staat opeens allemaal weer op de kaart. Geslowcooked. Prima hoor. Ik ben al lang blij dat er weer gewoon echt eten op de menukaarten prijkt. Eten dat met liefde en aandacht bereid is, dat een minuutje langer mocht duren en niet ten onder is gegaan aan de druk-druk-druk trend. En dat in een tijd waarin de tijd vliegt.
Benieuwd waar ze vanavond gaan
Wie camperen zegt, heeft de BBQ al ingepakt. Die twee gaan natuurlijk prima samen. Het ligt voor de hand dat wanneer de ruimte om te koken beperkt is en in de camper of caravan de temperatuur richting oven gaat, je buiten de BBQ aan het werk zet.
Er zijn ook kampeerders die leven, of beter gezegd overleven, op blikvoer. Sorry maar ik kan het moeilijk anders omschrijven. Van die blikken met een of ander kant en klare maaltijd, die met blik en al opgewarmd wordt. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik nog nooit geproefd heb, dus wie weet ga ik wel helemaal overstag mocht het ooit gebeuren (die kans acht ik zeer klein, om niet te zeggen uitgesloten).
Op de camping herkennen we ook snel de konijntjes, zij die een hele vakantie sla eten (uit een zakje) lekker makkelijk en geen vuur nodig. Dressing uit de fles en klaar. En dan hebben we natuurlijk nog de thuis-ver-van-huis-eters; de volhouders die waar dan ook ter wereld een lekkere pieper met boontjes en karbonade op tafel toveren.
Op de camping schijnt afwassen heel gezellig te zijn, heb ik van horen zeggen, en na de maaltijd ruikt de hele camping naar koffie.
Maar niet alle kampeerders zijn zelf kokers. Er zijn ook kampeerders die graag buiten de deur gaan eten. De ene gaat een vorkje prikken, de andere een hapje eten, en de derde gaat dineren. Als het maar smaakt zou ik zo zeggen. Grote hamvraag bij het buiten de deur is eten; waar zullen we gaan? Zeker in den vreemde kan dat nogal eens lastige situaties opleveren. Want, ga je wel of juist niet daar waar de buren zo enthousiast over waren? Het is natuurlijk gemakkelijker voor kampeerders om elkaar een beetje te beloeren, dan dat dit voor hotelgasten is, maar toch het is hachelijk iets. Want wie weet houden die buren er hele andere eetgewoontes op na. Of een ander budget, of een andere timing. Of streven ze een andere sfeer na.
Waar de een heel gelukkig wordt van een krakkemikkig stoeltje maar wel met de voeten in het zand en zicht op zee, wordt de ander heel blij van gesteven wit tafellinnen. En waar de een graag iets onbekends besteld, vindt de ander het juist fijner op bekend terrein te blijven. Enfin, zoveel mensen zoveel wensen.
In het buitenland of in eigen stad, sommige stelregels gelden altijd. Zo kun je ervan uitgaan dat een restaurant waar werkelijk niemand zit ofwel heel slecht is, of (nog) gesloten.
Een zaak met een hele grote kip aan de gevel, zal hoogstwaarschijnlijk niet gespecialiseerd zijn in vis, en in een hamburgerketen krijg je geen bestek. Trouwens, bestel nooit hetzelfde als jouw tafelgenoot. Dan kun je (zoals ik) namelijk altijd even proeven bij jouw tafelgenoten, en heb je van alle lekkers iets gehad. En mocht jouw keuze niet te eten zijn, dan kun je altijd proberen met een goed verhaal het te slijten aan de ander.
Enkele honderden of misschien wel duizenden kilometers van huis, zijn er echter nog meer factoren waar je rekening mee moet houden. Oh ja, iedereen weet inmiddels dat in Frankrijk groenten apart besteld worden, en dat in Italië pasta een voorgerecht is. Maar iedere keuken blijft geheimen houden, die tot hilarische situaties kunnen leiden. Voor de landgenoten een paar tafels verderop…. De klanken en gezichten van afschuw wanneer iemand iets besteld heeft wat beslist niet de bedoeling was… om te gieren.
Kalfskop of stierentestikels, rundertong of lever en ja gegrilde cavia hoort daar ook bij, het kan tot hilarische situaties leiden. Daarom een paar tips, gebaseerd mijn eigen ervaringen maar ook op die na jaren gluren bij de buren.
Tip 1) Zorg dat je een heel klein beetje voorbereid bent op het eten in jouw gastland. Inderdaad, rond de Middellandse zee wordt gekookt met olijfolie en knoflook, en in Indonesië eten ze rijst.
Tip 2) Praat met je medevakantiegangers, maar wel met gezond verstand. Als jouw vegetarische buren genieten van een groenteburger en jij bent een onvervalste carnivoor, grote kans dat jullie smaken niet overeenkomen.
Tip 3) Je kunt op geen enkele wijze aan iemand zien wat diens budget voor eten is! Wil je dus niet voor verrassingen komen te staan, onderzoek dan even wat de prijsklasse is van het lokaal van jullie keuze.
Tip 4) Besef vooraf; je bent niet thuis! Verwacht alsjeblieft niet dat de bloemkool met een papje in Turkije hetzelfde smaakt als bij grootmoe.
Tip 5) Als je thuis geen botjes, graatjes, velletjes en vetjes lust, dan lust die op vakantie ook niet!
Tip 6) Waar de lokale mensen eten, is het over het algemeen goed. Maar ook hier geldt weer, gebruik je verstand! Ben je een type dat thuis de yoghurt 3 dagen voor verstrijken van de datum al weggooit, of ben jij het type dat thuis de blauwe rand van de kaas afschaaft en lekker verder eet? En houdt altijd die cavia in gedachten….
Tip 7) Vers eten bereiden kost tijd. Je wacht dus rustig totdat het bereid is, of je kiest voor fastfood, buffet, ready to go of ander “warmhoudeten”.
Ten slotte; Geniet! Je bent op vakantie! Zelfs al zit je het slechtste restaurant, met de slechtste bediening en het smerigste eten, het leven is mooi, en er is altijd iets te genieten. Doe dat dan.
Wij zijn gisteravond onze buren achterna geslopen. Geweldig gegeten, benieuwd waar ze vanavond gaan……
Back to Basic
Van de week las ik in de krant een artikel over de controle op caravans en aanhangers, en dan met name het gewicht. Ieder jaar weer een heikel punt, want een overbeladen wagen of aanhanger is nu eenmaal gevaarlijk. Waarlijk, het had tot de derde alinea geduurd eer vermeld stond dat een overladen caravan volgestouwd was met aardappels en kratten bier. Wonderlijk!
Ik vraag me dan altijd af waar deze mensen heengaan. Ik kan me echt geen vakantieland voorstellen wat bereikbaar is met de caravan waar geen aardappels en bier voorhanden zijn. En stel dat je wel naar zo’n land gaat, is het dan echt zo moeilijk overleven zonder?
Het zal beslist aan mij liggen, maar de logica ontgaat mij. Mijn lief en ik mogen graag gaan kamperen, maar dan gaan we toch echt gewoon helemaal back-to-basic.
Oh, er zijn huishoudelijke artikelen waarvan ik begrijp dat ze mee op vakantie gaan. Kreeftbestek, oestermes, escargotklem -vork en -bord; je weet tenslotte nooit waar je terecht komt, en je zal maar zonder zitten! En zekers, een paar goede messen zijn onontbeerlijk evenals een goede pan, een fatsoenlijke kurkentrekker en een scherpe rasp.
Vanzelfsprekend heb ik ook altijd een verzameling van mijn eigen gedroogde kruidenmixen bij, en natuurlijk een voorraadje van mijn favoriete olijfolie. Voor de gezelligheid en voor de lekker een fijne basilicumplant en flesje goede balsamico.
Verder neem ik altijd ijsklontjes mee (die zijn niet zo makkelijk te maken in een campervriezer) en heb ik een diepvriesdoosje met bevroren sinaasappelschijfjes, citroenschijfjes en bosvruchtjes. Alles leuk en fijn maar een fatsoenlijke cocktail is ook onderdeel van vakantie nietwaar?
En over cocktails gesproken, een flesje van ieders favoriete gin, wat rum, wat likeur en een klein voorraadje wijn hoort er natuurlijk ook bij. Met bijpassende glazen (helaas in plastic maar dat versterkt wel het campinggevoel). En omdat een goede huisvrouw altijd een fles bubbels koud heeft staan….
Niet vergeten als je gaat kamperen; stop een tweetal koelmanchetten in de vriezer, heel handig met zo’n kleine koelkast waar niet alles in past.
Waar het over koffie gaat zijn mijn lief en ik heel gemakkelijk. We hebben een cupjes apparaat, een waterkoker en een fluitketel met thermosfles en een mokka potje bij ons, met bijpassende koffie zowel mèt als zonder cafeïne. En uiteraard de melkopschuimer…..Het is dus niet zo dat we absoluut elektriciteit nodig hebben om ons geliefde kopje koffie te maken.
Waar we vanzelfsprekend niet op willen bezuinigen voor wat betreft ruimte en gewicht, is het eten en het welzijn van onze lieve hond Pol. Hij heeft zijn eigen brokjes bij, en snoepjes, en stokjes en kauwspeeltjes. Zijn kussen voor binnen, zijn mand voor buiten, zijn speelgoed voor in het water en voor in het bos en voor op het strand. Zijn hondenkar voor achter de fiets (eveneens met bijpassend kussen) en zijn surfboard (ja surfboard, het staat er echt). Een leiband en een reserveband, een stapeltje handdoeken en een fluorvest voor in het donker. Ten slotte nog zijn eigen voer- en drinkbak en een dergelijk setje om mee te nemen wandelen.
Het komt het vrijheid gevoel ten goede als we ons geen moment vervelen, zodoende zijn we gewapend met laptops, e-readers en tablets, en zorgen we voor voldoende data op onze mobieltjes (wifi is zo’n gedoe). Nog een ventilator voor als het warm is en een elektrisch dekentje voor de kou, en we zijn er klaar voor.
Ja, wij zijn dol op camperen. Dat gevoel van gewoon weer helemaal back-to-basic, heerlijk!
Wat de boer niet kent.....
In een wereld die gevuld is met “tariërs” heb ik besloten mezelf te betitelen als Beneluxer (goede woordspeling, al zeg ik het zelf). Hiermee bedoel ik dat ik mezelf niets verbiedt, mezelf niets tekort doe en mezelf voornamelijk trakteer op eten wat ik lekker vind. Nu vind ik mezelf een gemakkelijke eter, wat niet zo moeilijk is als je zoals ik, totaal niet bekend bent honger, tekort of ontzegging. Oh zeker, ik heb best ooit wel eens een keertje niet kunnen kopen waar ik trek in had, of eens een dagje wat minder in de pot gehad, maar dat is natuurlijk geen honger noch tekort…
Een Beneluxer is iemand die, zoals ik, roept dat ‘ie alles lust, maar daar eigenlijk mee bedoelt; “alles wat bekend is en gangbaar naar onze normen en waarden”.
Probeer ik dan nooit iets wat onbekend is? Oh zeker wel hoor, maar eerlijk is eerlijk, geroosterde cavia staat niet op mijn verlanglijstje. En ondanks mijn kruistocht tegen gepaneerd slachtafval als kindermaaltijd, heb ik liever een gefrituurde bitterbal dan een gefrituurde sprinkhaan.
Nu zit er veel in het onbekende. Dat geef ik grif toe. Als kind was ik dol op kikkerbilletjes (toen mocht dat nog), en ook escargots liet ik mij graag smaken. Geloof me, ik heb er toen geen moment bij stilgestaan dat kikkerbilletjes eigenlijk gegaarde kikkerkont is, en dat escargots Frans voor slak is. Dank u Toon ;-)
Bij een oudtante at ik wekelijks een boterham met uier. Ook dat was voor mij als stadskind net zoiets als leverkaas (dat heeft namelijk ook helemaal niets met kaas te maken).
Soms is het gewoon fijner niet te weten wat je eet. Tijdens mijn reis door Thailand heb ik gewoon niet nagedacht wat ik at, en alles smaakte even goed. Ook tijdens de meeste van mijn andere reizen wordt ik steeds blij verrast door het aanbod in restaurants, eetkraampjes en op markten. Behalve dan die keer in Marakesh. Toen ik samen met vriendin E. heel dapper een omelet met iets bestelde waarvan wij beiden niet wisten wat het was. En wat bleek, het was dàt ingrediënt dat wij in Thailand op de markt dikwijls geroken hadden (kokhalzend, ook toen er geen alcohol aan vooraf was gegaan). Navraag bij onze beider moeders leerde ons dat dit pens was. Geen succes, dat mag duidelijk zijn.
Maar het plezier ervan, dat neemt niemand ons meer af.
Ook een mooie eetbelevenis heb ik met vriendin E. (niet dezelfde) gehad in het prachtige Milaan. Met een gezellige groep dames winkelen in Milaan is natuurlijk vragen om een stevige roodstand op de rekening. Maar met 2 personen een bordje pasta bestellen wat evenveel kost als het hele diner van de 5 andere dames, dat vraagt om levenslang gepest te worden. Ik spreek voor ons beiden als ik zeg dat we het er graag voor over hadden, want ook hier weer, de ervaring, de smaak en oneindig veel plezier, dat is niet uit te leggen. Voor wie het zich afvraagt, wij hadden een fantastisch bord pasta met veel vers geschaafde truffel….zucht……
Dat eten niet altijd exclusief of duur hoeft te zijn, heeft onlangs een vriendelijke Zwitser mij maar weer eens bewezen. Na een dag wandelen hoog op de Alm smaakt een bord rösti beter dan wat dan ook. En nee, niet rösti in van die kleine rondjes uit de vriezer, maar Rheusjtie (zoals de Zwitsers het uitspreken). Belangrijkste ingrediënt van dit gerecht; tijd. Een echte Zwitserse rösti moet op het gemak garen en bruinen. Denk maar een beetje aan de gang van een Zwitser. Ik bedoel, ooit een Zwitser zien hollen? Is ook niet heel gek als je met iedere stap
-tig procenten daalt of stijgt.
Een lekkere Zwitserse Rheusjtie maken, dat duurt gewoon 2 dagen, het recept van mijn Zwitserse vriend heb ik bij de recepten opgenomen.
En zo zie je maar, een echte Beneluxer geniet, van het leven, van het eten, van het gezelschap en op een topdag van allemaal.
Wat de pot schaft
Onlangs zat ik met vrienden op het terras, en samen met grote vriend T (hij is groot en hij is mijn vriend, vandaar grote vriend) heb ik mij verbaasd over "het kindermenu". Nu heb ik dat altijd al een wonderlijk woord gevonden, want wat betekent dat nu? Op de kaart staan vleesgerechten, visgerechten, vegetarische gerechten en een kindermenu? Staat dat kind op het menu? Is dat net zoiets als gegaarde kinderballetjes, ooit gespot door vriendin S in een supermarkt....Of kinderspaghetti....nee niet aan denken!
Enfin terug naar het kindermenu. Ik ga er voor het gemak maar van uit dat de bedoeling hiervan is dat een kind zo een kindermenu voorgeschoteld krijgt. En toen steeg op dat terras mijn verbazing nog meer. Naast frietjes met een uitgebreide selectie gepaneerd slachtafval, was er dus ook kinderspaghetti en alles geserveerd met appelmoes en verrassing (klinkt echt vies bij die spaghetti). De verrassing is volgens mij dat het appelmoes niet naar appel smaakt, maar naar suiker, en dat je de gelige blubber heerlijk door de gaten in je melkgebit naar binnen kunt slurpen.
Nu blijkt dit fenomeen kindermenu niet alleen op terrassen terug te vinden. Op TV zag ik een reclame voor een box voor als je met je kinderen eet. Ooit over nagedacht? Een box voor als je met de kids eet?
Met enige weemoed denk ik dan terug aan het eten van mijn moeder. Mijn gehele jeugd hebben wij iedere dag hetzelfde gegeten, namelijk een geweldig dis genaamd "Wat De Pot Schaft". Dat was een gerecht dat nooit hetzelfde was, iedere dag andere een andere samenstelling had, anders smaakte en anders uitzag. En toch heette het iedere dag "Wat De Pot Schaft". Althans, dat denk ik toch, want steeds als ik mijn moeder vroeg wat we die dag gingen eten, kreeg ik dit als antwoord. En was het iedere dag naar mijn smaak? Meestal wel, en die enkele dagen dat het niet naar mijn smaak was, waren voor mijn moeder geen enkel probleem. Jammer kind, morgen beter, eet nu maar je bord leeg. Nu ik dit zo overpeins is het gewoon mijn moeder schuld dat ik een kindermenu vreemd vind, en bitterballen geen eten vind.
Mijn vader heeft ook schuld aan mijn eetgewoonten hoor. Hij heeft ons jarenlang wijsgemaakt dat hij frietjes voor ons maakte. Maar dat waren geen frietjes! Hij schilde namelijk aardappels, die hij eerst in schijfjes sneed en vervolgens in reepjes. Deze bakte hij vòòr (een klusje waar ik niet bij mocht zijn want dat was volgens hem gevaarlijk), en dan vlak voor het eten nog een keer bakte (dan zat ik al aan tafel en liep dus automatisch niet in de weg). Ik ben niet boos hoor, die dingetjes wat pa maakte waren heerlijk, en misschien wist hij gewoon niet dat je in de supermarkt kant en klaar bevroren staafjes geperste aardappel kon kopen. Jammer want het had hem uren werk kunnen besparen. Uhm bedankt pa, het is dus jouw schuld dat ik niet van frietjes hou.
Pa en ma,
als mijn lief en ik binnenkort komen eten, maken jullie dan nog eens "Wat De Pot Schaft"? Of "frietjes"? Dan zal ik je niet verklappen dat het geen frietjes zijn, maar zal ze weer met smaak opeten.....
Dipjes en tipjes
Als je een paar dagen met vrienden gaat kamperen, leer je elkaar goed kennen. Je leert elkaars ochtendritueel, elkaars nukken en grillen, wie de afwassers en wie de koffiemakers zijn. En je leert elkaars eetgewoonten. Prachtig! Zo zijn er mensen die, zoals ik, weinig overtuigingskracht nodig hebben om nog wat extra te nemen en er zijn mensen die zelfs op vakantie keurig hun yoghurt met fruit en noten ritueel blijven volgen. Hoewel ik bewondering heb voor mensen met zoveel discipline, is dit voor mij echt niet weggelegd. Mijn vakantieontbijt bestaat uit croissantjes met veel boter en jam, iedere dag gebakken eitjes en sloten koffie, niet noodzakelijk in die volgorde. Vakantie is voor mij een aaneenrijging van eet- en borrelmomenten. Via het ontbijt rollen we door naar koffie met wat lekkers naar lunch naar borrel naar avondeten naar knabbelen.
Het bestuderen van eenieders eet- en snoepgewoonten is een heerlijke bezigheid... De een heel netjes één olijf per keer met een prikkertje, de ander ongegeneerd twee tegelijk snoepend met de handen, de derde eet keurig met een servetje en de vierde rommelig met een spoor van de hapjes van de dag verdeeld over het shirtje.
En ik? Ik beken, ik geef het toe, ik ben schuldig. Ik ben een dubbeldipper. Ik ben zo iemand die een bitterbal helemaal bedekt met mosterd, en na een hap toch nog wat extra mosterd erop doet. Ik ben zo iemand die bij de bestelling al extra dressing bij de salade niçoise vraagt, want geloof me, het is altijd te weinig. Wilt u daar frietjes bij? Ja graag, met dubbel mayo.
Ook zo’n gegeven: In het midden van de tafel wordt een middelgrote kom frietjes geserveerd, u mag altijd bijbestellen, met een vingerhoedje mayo. En dan wordt òòk nog van mij verwacht dat ik deze vingerhoed deel met mijn tafelgenoten. Dubbel mayo dus. Neem ik brood bij mijn salade, bestel ik direct extra boter, want zo’n bakje is niet genoeg. Ook zo’n stokbroodschijfje besmeer ik twee keer. Met boter, tapenade, tzatziki het maakt niet uit. En oh ja, mag ik bij onbeperkt spareribs of mosselen alstublieft ook onbeperkt saus? Want vooral bij spareribs is het een gevecht om zo’n ribbetje in zijn geheel in zo’n klein trendy kommetje te proppen. Dat is technisch gewoon echt niet haalbaar. Het eerste puntje dat lukt wel, maar dan begint de ellende. Het middelste stuk van jouw ribbetje past, hoe je die rib ook went of keert, niet in dat minuscule stukje design genaamd tipje! Dus dan moet je de saus over de sparerib gieten, met de zekerheid dat alles over je bord loopt en er daarna vanzelfsprekend te weinig in het tipje overblijft om het andere uiteinde te dippen.
Zucht…
Daarom hierbij mijn tip; uit of thuis, stop met trendy tipjes en serveer gewoon een flinke plens in een fatsoenlijke bak liefst één per persoon. Het scheelt kilometers op en neer lopen en ergernis voor zowel de dubbeldipper als voor diens tafelgenoten.
Dip ze!
Transformatie
Pak 'm beet 300 keer per jaar is de gemiddelde vrouw druk met het inkopen, voorbereiden en serveren van een gezonde, budgetverantwoorde, voedzame en lekkere maaltijd. 300 keer ja, want ieder jaar is er wel een feestdag, een etentje of een visite waar de vrouw eens niet hoeft te koken. De rest van het jaar is deze taak veelal weggelegd voor de vrouw. Behalve natuurlijk in de professionele keuken waar sinds mensenheugenis de man bewaakt door een blinkend glazen plafond de pollepel zwaait, maar dat is een ander verhaal.
In de reclamewereld wordt dit stereotype keurig gevolgd. Het is altijd de slimme man die de domme vrouw moet uitleggen welk bouillonblokje haar soep nu eindelijk echt lekker maakt. Nooit opgevallen? Het is ook altijd een man die verteld welke stofzuiger het beste is, een man die de meeste spierballen in zijn allesreiniger heeft gedaan, die weet welk wasmiddel het schoonste wast en ga zo maar door. Maar goed, ook dat is een ander verhaal, terug naar het koken.
Naast die paar feestdagen en etentjes blijven er nog een paar dagen over dat de vrouw niet voor het eten hoeft te zorgen, en heerlijk uitgerust en relaxed aan tafel kan verschijn. Dit zijn de dagen dat de zon schijnt, en juist deze zonnestralen transformeren de man in De Barbeque Man.
De Barbeque Man, ook zo mooi getypeerd in de media met adorerende vrouw die toekijkt hoe haar held de dag redt, loopt bij voorkeur in een leren schort, en bedient zich van een kookuitrusting die meer kost dan een maand huur van een leuke woning. Deze Barbeque Man is dan ook een Echte Expert. Hij weet dankzij deze inspirerende zonnestralen precies welk vlees het beste is, welke brandstof voor Zijn Barbeque de beste is, en volgens de media zelfs welke sauzen de beste zijn.
Het mooiste fenomeen vind ik zelf een BBQ-feestje. Het klinkt zo ontspannen zo gewoon, maar dat is het niet. De Barbeque Man (de gelukkige in wiens tuin het feestje plaatsvindt) staat in volle uitrusting, genietend met een biertje met de andere Mannen te discussiëren over de Barbeque. De temperatuur, de brandstof, het vlees, de kruiden. Uiteraard met een koel biertje in de hand. In de eerder genoemde media staan de vrouwen genietend en adorerend kijkend en met een wijntje in de hand te wachten totdat de Barbeque Man het teken geeft en er gegeten kan worden.
En hier gaat het dus mis. De BBQ-feestjes die ik meemaak verlopen meestal net ietsje anders. Dat stukje over de Man klopt volledig, maar de vrouwen zie ik over het algemeen verdeeld in de keuken en rond de tafel, druk met het snijden van groenten en dresseren van de salade, snijden van de worstjes voor de kinderen en het dekken van voornoemde tafel. En gelukkig is er in iedere vriendinnenkliek de opruimster; de vrouw die doekjes over tafels haalt, afvalzakken op strategische punten aanbrengt en gebruikte schalen naar de keuken brengt.
De afloop van het feestje is ook altijd hetzelfde. De Barbeque Man boent, wrijft en poetst zijn Barbeque totdat deze weer glimt als nieuw. De vrouw daarentegen is twee dagen zoet met de afwas en het verwijderen van vetvlekken op locaties waarvan je niet dacht dat er vetvlekken konden ontstaan. Heerlijk ontspannen!
Eindelijk!
Mijn lief is geen fruiteter. Ik mag verder niet klagen hoor, alles wat ik hem voorzet eet hij met smaak. Groenten, vlees, vis alles mag. Maar fruit, dat blijft een lastige. In de winter wil een mandarijntje nog wel eens lukken. Let wel, één mandarijntje met z'n tweetjes, of nog gezelliger, samen met hond Pol. Laatstgenoemde is overigens gek op fruit. En hij is ook niet te beroerd om als zijn dagelijkse fruithapje te lang op zich laat wachten zelf een druif van de schaal te nemen, of een perzik, of wat er die dag ligt. Blokjes meloen, hapjes appel, allemaal fijn, het wordt allemaal gewaardeerd met een vrolijk zwiepende staart en lachende oogjes. Behalve banaan. Maar ja, wat wil je, hij is een hond en geen aap.
Blijft de dagelijkse uitdaging om mijn lief een portie fruit te laten eten. Zolang dit fruit verwerkt is in taart of gebak, gedraaid is tot ijs of gedroogd in het brood vindt hij het wel lekker, maar zo vanaf de schaal is het hem toch niet uitdagend genoeg. Zelfs op de boterham prefereert hij vlees of pasta boven jam. Tot vanmorgen.
Mijn verbazing kon al bijna niet groter toen hij een stukje van mijn boterham met jam wilde proeven. En ik viel echt van mijn kruk toen een waarderend gesmak mij duidelijk maakte dat hij het eigenlijk heel lekker vond. Om zeker te zijn vroeg ik het toch nog maar even, en hij bevestigde mijn vermoeden; ja, hij vond het écht lekker.
Al jaren maak ik zelf jam, in alle smaken en soorten en nu opeens ontdekt mijn lief de pracht hiervan. Het geluk van een verse boterham die druipt van het fruit zachtjes gekookt met zo weinig mogelijk suiker, in een kleur die je doet beseffen dat er meer kleuren zijn dan een regenboog laat zien. Zo'n boterham die je de rest van de dag doet nagenieten, en als het even tegenzit ook de rest van de dag kunt zien op je shirtje. Want uiteraard doe ik veel jam op mijn boterhammetje. Heel veel. Ik vraag me in een hotel ook altijd af wat iemand met zo'n miniscuul voorverpakt kuipje jam gaat doen. Dat is net genoeg voor een hapje?
Helemaal eng aan zo'n bakje is de structuur. Nooit geprobeerd? Je kunt zo'n bakje omdraaien en dan ligt er op je bord een blokje jam. Meestal met een gat erin. Ook zo wonderlijk. Hoe krijgt iemand een gat in een blokje jam? Heel bijzonder.
Zo zie je maar, niets is zo stabiel als verandering. Heb ik jaren lang mijn potjes jam gemaakt en dierbare vrienden hiermee verblijd, nu is mijn lief mijn grootse jamfan geworden. Eindelijk!
Reality TV
Heb ik al eens vermeld dat ik dol op de markt ben? De drukte, de geuren de kleuren. De handelsgeest en de energie. Fantastisch gewoon. In de buurt of op vakantie, ik moet even over de markt lopen en alles opsnuiven. Het zit waarschijnlijk in de genen, aangezien ik afstam van een ras van marktkramers.
Er is voor mij geen betere plek om een stad of dorp te leren kennen dan op de wekelijkse markt. In één oogopslag is duidelijk waar de lekkerste producten te koop zijn, maar ook waar de smakelijkste verhalen verteld worden.
De markt is wat mij betreft de mooiste afspiegeling van de samenleving. In de vroege uurtjes zijn het vooral de oudere heren die de markt afstruinen. Deze heren, die om volstrekt onduidelijke reden niet kunnen wachten totdat de kramen uitgepakt en mooi opgetast zijn, hebben wel altijd tijd om even een praatje te maken, waarbij zij met name vertellen dat ze het zo druk hebben. De marktkramers spelen het spel mee en zuchten en kreunen dat het een lieve lust is.
Vervolgens komen de tweeverdieners die snel voor het werk snel over de markt stuiven om snel even de boodschappen te doen. Geen tijd voor praatjes, we moeten snel zijn. De marktkramen spelen ook dit spel mee en vliegen snel langs de kramen zodat de tweeverdiener snel verder kan.
Daarna komen de moeders met kinderen. Een verhaal apart. Over het algemeen gewapend met een kinderwagen of buggy. Fantastische uitvinding! Kind erin, riempjes vast, boodschappen aan de handvaten en duwen. In sommige gevallen rammen. Zo'n met kind gevulde kar is een prima wapen tegen te langzaam lopende mensen. Kuiten en hakken veranderen in doelwit totdat de weg vrij is. En willen de moeders even kijken of een praatje maken met een tegenmoetkomende moeder? Geen probleem, met 2 karren is de doorgang mooi geblokkeerd en hebben ze alle ruimte. De inmiddels moegebotste kinderen zorgen voor de bijpassende achtergrondmuziek. De marktkramers doen mee, en hebben voor ieder kind een manderijntje, een sneetje brood of gewoon een aai over de bol.
De volgende groep is voor mij de mooiste. De echtparen van middelbare leeftijd, veelal uitgerust met een boodschappenwagentje. Mevrouw loopt, in flaneeroutfit, voorop met een vederlichte boodschappenkar en wordt gevolgd door hun meestal zuchtende echtgenoot, behangen met loodzware tassen. Sandalen of ander makkelijk schoeisel voor meneer mag niet ontbreken, evenals een petje, hoedje of ander mal hoofddeksel. Mevrouw doet de bestellingen en betaald, en meneer krijgt steevast te horen dat hij de tasjes mag aannemen. De boodschappenkar? Die gaat mee omdat er (nog) geen kinderwagen (meer) beschikbaar is. Want zodra de kleinkinderen meegaan....zie boven....En ja hoor, ook dit spel begrijpen de marktkramers. De mannen kreunen mee met de mannen, en de vrouwen lachen met de vrouwen.
En waar ben ik dan? Ik zit genietend te kijken. Bij iedere markt is een etablissement waar iedereen samenkomt. Jong, oud, rijk, arm, weinig of veel tassen met inkopen. En afhankelijk van het tijdstip en de stad/dorp zitten of staan zij met een kopje koffie, een biertje, een glaasje cava of een sapje te praten over de markt. De tijd verstild en in gedachten zie ik de aftiteling van deze prachtige televisieshow. Reality TV zoals deze op televisie niet te zien is.
Het leven is een feest!
Er zijn van die dagen dat je naar buiten kijkt en denkt JOEPIE zon! Vervolgens ren je gewapend met leesboek en zonnecrème naar buiten om daar vast te stellen dat je tenen omkrullen van de kou.
Aangezien ik nogal hardleers ben, is dit voor mij nog geen reden om naar binnen te gaan. Ik bijt door, installeer mij in de zon, neem een slokje van mijn inmiddels steenkoude thee en ga met stijve vingers in mijn boek bladeren. Nu zou je denken, het kwartje valt. Maar nee hoor. Ik blijf stug zitten. Pas als ik vernikkeld ben tot op het bot ga ik naar binnen. Meestal met een humeur om op te schieten en boos op de hele wereld.
Dat is het moment waarop ik vaststel dat ik in het verkeerde land geboren ben.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op de wisseling van de seizoenen, maar waarom moet dat in hemelsnaam zo lang duren? Een winter van pak ‘m beet 3 weken zo rond de kerstperiode is toch lang genoeg? En de herfst hoeft wat mij betreft ook geen maandenlang proces te zijn. Laten we zeggen 3 weken voorafgaand aan de winter en klaar. Het kleuren van de bladeren aan de bomen is geweldig, maar vanaf het moment dat je met elegante schoenen glibberend over diezelfde bladeren maar dan in natte vorm, worstelend met een paraplu onderweg bent, is voor mij de lol er echt van af. Ik verlang blauwbekkend naar de zomer.
Word ik dan niet blij van paddenstoelen, pompoenen en kastanjes? Natuurlijk wel! Er is voor mij alleen geen enkele reden waarom dit genot op je bord moet samengaan met stromende regen. Champignons mag je niet in een bak water gooien, dus tja, wat moet ik meer zeggen?
Ook spruitjes, erwtensoep en boerenkool mogen op mijn enthousiasme rekenen. Maar als het even kan zonder de kou. Een leuke foto van een gezellig sneeuwlandschap brengt mij ook in de juiste stemming. Daarbij is het wel zo fijn als je spruitjes en kool kunt koken met een raam open.
Nee, doe mij maar een lekker zonnetje, blauwe lucht en een fijn temperatuurtje. Jammer genoeg, of misschien gelukkig maar, heb ik helemaal geen enkele invloed op het weer. Dus op dagen dat die blauwe lucht ver te zoeken is en de zon een vergeten iets lijkt, moet ik mezelf tevreden stellen met vakantiefoto’s en de zon op mijn bord.
Want zoals een bekend gezegde ons leert, het leven is een feest, je moet alleen zelf de slingers ophangen.
Lang leve de ovenschotel
"Ik heb geen tijd om te koken" of "ik kan niet koken". Als ik voor iedere keer dat ik dit gehoord heb een euro in een pot had gedaan……
Maar moet koken echt wel zo lang duren? En is het echt zo moeilijk?
Op TV lijkt alles snel klaar, smakelijk, gemakkelijk, goedkoop, voedzaam en ga maar zo door. Maar toen mijn lief een keer als verrassing voor mij een dergelijk TV gerecht gemaakt had (eerlijk is eerlijk, het was erg lekker), was hij een hele middag in de weer geweest. En daarna nog een hele avond om de afwas te doen en rest van de keuken in oude staat te brengen.
Wat ik ook sterk vind, is de standaard keukenvoorraad van sommige TV koks. Ik kan mij niet voorstellen dat iedereen al deze spullen gewoon in huis heeft. Natuurlijk heb ik ook aan deze hypes meegedaan en braaf alles ingeslagen, om jaren later alle aangebroken pakken en flessen met een datum ver over die van vandaag bij het vuil te zetten. Dat zal me dus niet meer gebeuren. Ik heb mijn eigen voorkeuren ontwikkeld en mijn voorraadkast hierop aangepast. En wil ik eens wat anders? Dan is dit een fantastisch excuus om buiten de deur te eten.
Wat dan wel te doen bij weinig tijd, of weinig kookervaring? De ovenschotel! Deze allemansvriend kan altijd, bij elke gelegenheid en naar ieders smaak. Het enige dat je nodig hebt is een oven (verrassend) en tijd. Tijd? Ja, tijd! Want eens de schotel in de oven staat, zul je echt geduld moeten hebben. Maar geloof het of niet, eenmaal in de oven is de ovenschotel geheel zelfstandig. Hij heeft geen persoonlijke begeleiding nodig om te komen tot een smaakhoogtepunt. Deze tijd kun je dan ook mooi gebruiken om iets vreselijk belangrijks te doen waar je nog niet aan toe gekomen was.
Of doe zoals ik, ga met je lief met een mooi glas wijn in de keuken zitten, kijk elkaar in de ogen en geniet van wat komen gaat. De opstijgende geuren uit jouw oven brengen je vanzelf in de stemming.
Ik ga mijn best doen
Mensen vragen wel eens waarom ik niet slank ben. Ik weet namelijk heel goed "hoe het moet". Ik maak altijd gezonde maaltijden met de juiste ingrediënten klaar….
Het antwoord is eigenlijk heel simpel. Ik houd van eten. Van veel eten. Van lekker eten. Bij voorkeur vergezeld van een lekker glas wijn, of twee.
Bij mij is olijfolie niet een druppeltje gezondheid over de sla, maar een mooie gouden poel van geluk. Die bij voorkeur in een royale hoeveelheid aanwezig is bij iedere maaltijd. En ja, natuurlijk, het moet wel hele lekkere olijfolie zijn. Bijvoorbeeld van lieve vriend Simone, die samen met zus Roberta in het oogverblindende Toscane de mooiste olijfolie produceert.
Dat "probleem" heb ik dus ook met tomaten. Zo sta ik op de markt te kijken naar de tomatenplantjes, en dan loopt mijn hoofd over. Watertandend tussen al deze zaligheid kan ik niet wachten totdat eindelijk die mooie vruchten aan de planten hangen. Rood, geel, oranje, zwart noem maar op. Alle kleuren even prachtig en even barstensvol smaak. In gedachten ben ik alweer uren druk in de keuken om daarna met evenveel vrolijkheid te eten. Veel te eten.
Het lukt mij gewoon niet om langs een kip te lopen, en niet aan de lekkerste eiergerechten te denken. Of een koe in de wei te zien en dan al te watertanden bij al het lekkers dat deze dame produceert. Want ondanks mijn lactose intolerantie ben ik dol op zuivel.
En verse kruiden. Oh mooie, geurende, lokkende kruiden. Ik ben alweer verloren. Weer ben ik volledig van de baan en gaat mijn hoofd alweer alle kanten op.
Mensen vragen mij ook geregeld naar recepten. Hoe heb je dit klaargemaakt? Tja, en daar komt dan mijn grootste "probleem". Ik onthoud bijna nooit wat ik gedaan heb. Hoeveel ik waarvan gebruikt heb. Lastig, want gebeurt meer dan eens dat mijn lief klaagt dat mijn eten heerlijk is, maar altijd eenmalig. En daarom deze blog. Als een belofte naar hem. Om te proberen toch af en toe iets nòg een keer te maken. Zonder afwijkingen, veranderingen of toevoegingen. Een uitdaging, ik geef het toe want de aubergines lachen mij toe en die zoete uien…..Ik ga mijn best doen.
Bep
Hoi hoi
Wat kins diech toch prachtig sjrieve! Oech geneet dao éch vaan. Dikke knoevel veur diech en diene leefste xx
Marlies
Toppie
Cora van der Linde
Hey…. !!! Maris!!!
Wát een heerlijke blogs!
Ga zo door….. kon niet ophouden met lezen!
Wanneer komen jullie hier koken en logeren?
Waar kan ik me ‘abonneren’ op je leuke blogs?
Veel liefs, Cora
Mariette
Zouden we in de supermarkt een leesclub 'etiket lezen' starten? Jolijt verzekerd.
Ik kijk uit naar de volgende blog.
Simone Ramaekers
Heel knap verwoord, met veel plezier gelezen!
Monique S.
Ut blijf toch eedere kier geweldig um e nuij verhaol te leeze, heerlik! Mesjien moos te al ins stiekum goon oetloere nao unne drökker, unne besseller geit ut zeker weurde, geneet nog van eur vekansie!
Remy Grandjean
Geweldig geschreven, je blijft lezen Mariska.is alleen een probleem als ik jouw verhalen over eten lees krijg ik weer honger en begin ik te zoeken wat ik eens zal maken.
Monique S.
Wat is het weer ontzettend leuk je blog te lezen. De transformatie 😃 geweldig en zo waar haha
Jamees Lieve
Heel leuk en vlot, fijn om te lezen.Al lezend krijg je zelfs een beetje van jouw energie
Jos
Prima blog, complement.
Jos en Elma
Tilly
Plezant om te lezen : het schuift binnen en je kan niet anders dan genietend glimlachen.
Lief Daenen
Wat een vlotte schrijfster ben jij Mariska, heel tof !
Mariska
Dankjewel, ik doe mijn best
Lief Daenen
Hallo Mariska, ik ben allesbehalve dé persoon om blogs te becommentarieren, maar wat een vlotte schrijfster ben jij ! Tof ! Lieve (la mora) of om het makkelijker te maken kan je mij gewoon Lief noemen
Mariska
Dankjewel, heel lief
Valeria
Mariska sei fantastica! Il blog è perfetto (traduco in italiano ;)
Mariska
Grazie Cara!
Marion Willen
Maris, ik vind het echt leuk om te lezen. Je nieuwe hobby/baan is geboren.
Rose Borg
Hallo Mariska,
Gaat je ook recepten toeovegen?
Rose
Mariska
Hallo Rose, onder het kopje recepten (onder mijn voorpagina) zal ik regelmatig recepten plaatsen. Veel kookplezier en ik ben benieuwd naar het resultaat
Eri Jaspers
En toen kwam het recept.....
Mariska
Een variant van de kip (of een andere vogel) vind je terug onder het kopje recepten. Er zullen uiteraard nog wel meer recepten volgen.... Veel kookplezier en ik ben benieuwd naar het resulaat